
Mijn kritische stem
maart 15, 2024
Voor de chemo
juli 16, 2024Mijn viool en ik
Na 30 jaar bij mijn moeder op zolder gelegen te hebben gelegen en onbespeeld te zijn geweest, leek het me leuk om de viool en strijkstok weer op te pakken en een poging te wagen.
Nieuwe snaren, een afspraak voor een proefles en me binnen no time door een eerste les heen gezaagd 😉. Stramme vingers en hoe zat dat ook al weer met dat notenschrift.. ?
Met het oppakken van mijn viool, wilde ik ervaren of ik mijn creatieve deel weer wat meer tot leven kan wekken, ik het plezier in het spelen terug kan krijgen. Ik maakte ook de afspraak met mezelf; het hoeft niks te worden. Ik speelde een aantal weken alles wat los en vast zat, van sinterklaasliedjes tot kerkelijke liederen, van Hazes tot Leonard Cohen. Al snel kwam ook de behoefte om samen te musiceren (wie biedt zich aan?).
Toch leek ik met het openmaken van die vioolkoffer ook weer oud patroon te hebben geactiveerd. Ik kreeg er niet meteen zicht op. Tijdens de lessen en de aanwijzingen van de docent, raakte ik steeds meer de kluts kwijt. Hoe meer feedback op mijn spel, hoe verder ik van de muziek af kwam te staan.
Verstandelijk hield ik mezelf wel voor ‘maar daar is hij voor, om mij verder te helpen, het is goed dat hij aanwijzingen geeft’. En van binnen gingen de stemmen vol aan; waarom doe ik dit mezelf aan, ik ben te oud, ik bak er niks van, ik heb er geen tijd voor. Ik ben niet goed genoeg.
Het resulteerde in heel veel spelen of helemaal niet spelen. En vroeg ik me af ‘vond ik dit vroeger eigenlijk wel leuk of was ik alleen maar bezig om het heel goed te doen?’
Afgelopen woensdag leek het me een goed idee, om mijn beperkende overtuigingen te delen. Mijn leraar reageerde heel cool. Ook is hij over het algemeen best zorgvuldig met zijn feedback, maar op de een of andere manier blokkeert er toch iets in mij, waardoor ik regelmatig in gespannen toestand wat sta te harken.
Opgelucht dat ik het bespreekbaar had gemaakt, stapte ik op mijn fiets naar huis. Een voorzichtig zonnetje kwam door. En de gedachte kwam in me op ‘wat als ik wel goed genoeg zou zijn’. Er kwamen tranen en een glimlach.